Tweemaal per jaar komt het jagersinstinct in ons naar boven. Niettegenstaande er tegenwoordig het hele jaar door afprijzingen zijn, blijven de officiële koopjesperiodes een magische kracht op ons uitoefenen. Maar laat dit nu geen vrijgeleide zijn om als wilden onze prooi aan te vallen.

Weken heeft u er naar uit gekeken. De dagen afgeteld. Soms al een plan bedacht hoe u dat prachtige bloesje op het ultieme moment zo snel mogelijk in handen kunt krijgen. Staat u daar bij openingstijd op de eerste dag van de solden aan de ingang van de winkel gelukzalig te verlangen naar hét moment dat de deuren opengaan. Komt daar ineens een andere koopjesjager u voorbijsteken om even recht op dat ene bloesje in die ene maat af te stappen en het voor uw neus weg te kapen. Toegegeven, dan kookt u van woede. Maar u kunt niets anders doen dan glimlachen. Pech gehad, volgende keer zult u nog sneller naar binnen moeten stappen.

Eenmaal binnen wachten u nog enkele uitdagingen. Want de mooi gestapelde kleding verandert in enkele minuten in een niet chaos die niet te overzien is. De gezichten van de verkopers spreken boekdelen. Hen vragen naar de juiste maat zit er niet meer in. Het enige wat zij nog kunnen doen is proberen de schade te beperken.

Heeft u eenmaal uw gading gevonden, volgt er nog een hindernis van formaat: engelengeduld oefenen in de rij voor de paskamers. Wie het waagt een grote hoop kleren op de arm te dragen wordt met boze blikken bekeken: ‘Het is toch niet waar dat die dat allemaal gaat passen!’. Met een beetje geluk krijgt u nog een nette paskamer. Want ook hier lijkt het of er inmiddels een storm is gepasseerd. De verkopers- die intussen allemaal rood zijn aangelopen – krijgen het dankzij een nummeringssysteem nog net voor elkaar om de stukken die niet passen, terug in te zamelen. Maar de afval die de intussen hongerige koopjesjagers hebben achtergelaten, die kunnen ze nu even niet de baas.

Voor de kassa staat er intussen ook een flinke rij waarbij iedereen moe maar tevreden zijn beurt afwacht. Tenminste als u geluk heeft en er dit keer geen klant is die meent recht te hebben op bijzondere voorrang en de wachtende rij gewoon negeert. Dan hoeft u voor een keer niet te doen alsof u niets heeft opgemerkt, zoals de etiquette het meestal voorschrijft. Echt onbeleefd gedrag hoeft u niet te negeren. Maar doe het subtiel en met een zo breed mogelijke glimlach: ‘Mijnheer, het spijt me verschrikkelijk. Maar helaas moet ik u vertellen dat deze rij mensen hier al eerder stond’. Van de onbeleefde voorrangnemer zult u wellicht geen glimlach terugkrijgen, maar de anderen zullen u dankbaar aankijken.

Nog een half uur later bent ook u enkele zakken rijker en komt u tot de vaststelling dat er al twee uren zijn verstreken en u nog maar één winkel heeft bezocht. Zou u nog… of niet? Want ja, u heeft al meer uitgegeven dan gepland. Terwijl u dit bedenkt, komt de politie waarschuwen dat er gauwdieven aan het werk zijn. Voor deze lui is deze eerste dag van de solden natuurlijk ook een hoogdag. Wat zei uw vriendin ook al weer? Ga de tweede dag naar de solden, dan is het al veel en veel kalmer. En wees gerust, heel vaak zijn de voorraden in de winkels ook weer aangevuld. Zo zit het systeem de laatste tijd in elkaar. Of ga twee weken later bij de volgende afprijzing. Of nog beter: op de laatste dag van de solden. Dat zijn de echte koopjes. En wees dan vooral extra vriendelijk voor de boetiekeigenaars die u nog even attent bedienen, ook al lijdt hun zaak op dat moment misschien verlies. Ook dat is soldenetiquette.